Roy Villevoye, Eró (Preparing the Memorial Carving for Omoma), 2012 inkjet print op lompenpapier 125 x 190 cm
Vier mannen varen staand in hun prauw door de jungle. Een man met een verentooi zit in het midden. Opeens wijst hij naar rechts: daar! Ze stappen uit in het oerwoud, hakken een gigantische boom om, en dragen de stam op hun schouders terug naar hun vaartuig. Opvallend: een van de mannen draagt een gouden Adidas-shirt, een ander loopt op rubberlaarzen, ze roken sigaretjes. Dat lijkt niet te passen in een film over jager-verzamelaars. Hun wereld bestaat tegelijk met de onze, maar het loopt niet synchroon.
Anne Geene: “Ik vind het interessant dat mensen altijd tegen beter weten in alles proberen te ordenen. Iedereen legt zijn broeken op dezelfde stapel, de sokken in dezelfde la. Iedereen wil overzicht houden. Mijn fotoprojecten zijn een knipoog naar onze drang om te ordenen. Iedere indeling is subjectief en dat laat ik zien.”
Steven Aalders: “Ik orden mijn schilderijen door vormen en kleuren te vereenvoudigen. Ik begon met hybride schilderijen. In de jaren tachtig combineerde ik geometrisch abstracte vormen met schilderachtige gebaren. Er ontstond geen eenheid en ik vond dat ik moest kiezen.”
Nog tot en met 9 juni is de tentoonstelling ‘Superficial Hygiene’ te zien in De Hallen Haarlem. Het thema is behoorlijk ongrijpbaar, ook na het bezoeken van de tentoonstelling. Het heeft iets met het oppervlak en met virtualiteit te maken.
Moritz Ebinger: “Een paar jaar terug was het mode om mensen aan te raden om goud te kopen, als investering. Ik ergerde me daaraan, want het had niets met mij te maken en ook niets met goud, alleen met hebzucht. Samen met een herinnering uit mijn jeugd vormde dat de aanleiding voor een onderzoeksproject naar goud. Toen ik elf jaar was, vonden mijn vriendjes en ik in Zwitserland namelijk een verlaten goudmijn. We speelden met de plattegronden, loonstrookjes en correspondentie die we daar vonden, en we namen die mee. Mijn ouders gooiden de cyanide en het zoutzuur weg, maar de papieren bleven in de familie. Die heb ik geëxposeerd en in een boek gepubliceerd.
Sarah van Sonsbeeck: “In 2012 maakte ik mijn eerste werk met goud. Het is een vel papier, verguld met 24-karaats bladgoud. Daaronder staat met potlood geschreven: Silence is Golden but this is No Silence.
Sinds 2006 ben ik bezig met stilte. Mijn buren maakten veel lawaai. Ik heb ze een brief gestuurd met de vraag of ze dat deel van mijn huur wilden betalen dat ze met hun geluid innamen in mijn huis. Vervolgens wilde ik de stilte onderzoeken. Kennelijk vond ik dat ik recht had op stilte, maar wat was dat eigenlijk? Tijdens dat onderzoek kwam ik het bekende gezegde tegen ‘spreken is zilver, zwijgen is goud’. Dat vond ik zo belachelijk, want waarom is zwijgen beter dan spreken? En waarom is goud dan goed? Mijn frustratie over dat spreekwoord leidde tot die titel en het idee voor het werk. Sommige vrienden raadden me dat af; het goud vonden ze plat en kitscherig. Tijdens een residency van een halfjaar in Mönchengladbach ben ik het toch maar gaan maken, om te zien of ik het zelf goed vond. Toen de directrice van Museum Abteiberg het werk in mijn atelier zag, moest ze keihard lachen. Het is nu opgenomen in de museumcollectie.”
De achttiende-eeuwse Beuningkamer in het Rijksmuseum heeft de komende tijd een speciale gast: Lotus Dome (2012) van Daan Roosegaarde. Ik bezocht de perspreview.
‘Afgrijselijk’, verzucht een vrouw met grijze haren tegen haar vriendin. ‘Wat deprimerend’, zegt een Belgische toerist die door Huis Marseille sjokt net iets te hard. De tentoonstelling over Rusland, gezien door de ogen van fotograaf Rob Hornstra en journalist Arnold van Bruggen wekt verbijstering. Een beeldverslag van deze tentoonstelling op de website van Kunstbeeld
Robin de Puy (1986), bekend van haar foto’s voor de Volkskrant en LINDA, maakt in 2014 de portretten bij de interviews in Kunstbeeld. Haar eerste foto in de serie, van Marijke van Warmerdam, stond in het februarinummer (Kunstbeeld #2-2014). Ik vroeg Robin de Puy wat haar plannen voor Kunstbeeld zijn. Lees het interview hier.
Slechts acht weken hadden de twaalf kunstenaars om een schets te maken voor een staatsieportret van de koning. In januari werd bekendgemaakt welke drie kunstenaars een portret mogen maken dat vanaf dit najaar ambassades, gemeentehuizen, verzorgingstehuizen en zelfs privéwoningen zal sieren. Ik deed voor Kunstbeeld verslag van de bekendmaking.